18 november 2017

Palin naar Veal Veng

De dag begon vroeg vandaag. Omdat de afgelopen dagen het 's middags best warm werd, zouden we vroeg gaan rijden. Iets over zeven zaten we allemaal op de motor en om tegen half acht zaten de motoren volgetankt. Het enige wat lastig was vanmorgen, is ontbijt bestellen bij iemand die geen Engels spreekt. Maar met handen en voeten kom je een heel eind. Het eerste deel van de route ging over het asfalt. Nog voor we de stad uit reden, kwamen we nog één tempel tegen op een heuvel. Deze keer konden we er naar toe rijden, een stuk minder vermoeiend moet ik zeggen. De tempel waren ze op dit moment aan het restaureren. Maar dit maakte hem er niet minder imposant van. Na de tempel dan toch echt op weg. De weg voerde ons vandaag door de heuvels van het Cardamom gebergte. Eenmaal van het asfalt af, volgde leuke gravel wegen van een goede kwaliteit. Onderweg in een dorpje nog wat gedronken, de warmte maakte dat we alweer vocht nodig hadden. Gelijk maar weer wat speeltjes uitgedeeld. Die kinderen zie je helemaal glunderen als je iets geeft. Na de pauze gingen we verder stof happen. Het is dan wel mooi dat het al even niet geregend heeft, maar dit maakt wel dat het stoffig wordt. Op een gegeven moment komen we weer eens aan bij een nog niet voltooide brug. Omrijden ging voor ons over een hangbrug. De auto kon hier alleen niet overheen en zou dus omrijden. Bij de lunch zouden we hem weer treffen. In het dorpje aangekomen, duurde het lang voordat de auto er weer was. Iedere keer als we ze belde dan waren ze er bijna. Anderhalf uur later kwam de auto eindelijk aan. De heren hebben nog snel iets gegeten en toen gingen we weer. Het zou nog 40 km zijn, eerste stukje ging wel daarna iets slechter en uiteindelijk gravel... Lekker vroeg in het guesthouse, konden we nog even zwemmen in de rivier of het dorpje bekijken (hou dit vooral in je gedachten...). De eerste kilometers over het hobbel paadje gingen lekker, op de Y-splitsing hielden we rechts aan... de korte doorsteek. Dit ging een aantal meters goed totdat er een beetje modder op de weg kwam. Daarna volgde nog meer modder (Pat zijn smeekbede voor modder waren gehoord volgens mij). Uiteindelijk stond er halverwege het modder stik een waar slagveld van gestrande motoren en dito berijders. We moesten echt effe verkoeling zoeken in de schaduw. Na een tijdje ben ik maar weer naar mijn motor gegaan, jas los aan en gaan. Volgens Brecht waren we er bijna... dit zouden we nog vaak horen vanmiddag. De erge modder was daarna wel over, zo af en toe kwam er nog een verdwaalde plas maar die waren wel te doen. Uiteindelijk reden Pat, Louis, Hans en ik verder. In een dorpje stopte we voor wat drinken. Hier hebben we nog een poging gedaan om te kijken waar de auto was.. maar niet te traceren. Hij was bij de modder namelijk omgekeerd. Na een wel verdiende pauze en wat kinderen blij gemaakt met een ballon, gingen we weer want we waren er bijna. Met Louis gingen we voorop. Totdat we bij een rivier aan kwamen, hoe diep zou die zijn.... Diep genoeg om doorheen te rijden. En zoals in IJsland geleerd, blik op waar je heen moet en rijden maar. Toen we zagen dat bijna iedereen aan de overkant was, gingen Louis en ik alvast langzaam weer op weg. Er lagen alleen wel hele grote hobbels in het dorp, ik ging bijna vliegen. Bij de kruising hebben we maar gewacht op de rest. Brecht kwam aanrijden om te kijken of we de juiste weg namen, dit was het geval dus we konden weer door. Bij een volgende poging om alles bij elkaar te krijgen, moesten we doorrijden want we wilde voor het donker binnen zijn. Uiteindelijk kwamen we bij een mooie gravel weg uit, gevolgd door een asfalt weg die naar het dorp leidde. Dit was toch wel de dooddoener van de dag. In het dorp draaide Brecht weer van het asfalt af, wij hadden geen idee waar we terecht kwamen. Maar we slapen in een guesthouse met leuke kleine twee ondereendak huisjes met een geweldige schommelbank ervoor. En we waren net voor het donker binnen, iets over half zes hadden we de motoren geparkeerd. De eigenaar had het landingsbiertje al klaar staan, helaas was het ijs van de koeling al gesmolten. Dit keer smaakte lauw bier ook! De auto daarentegen was in geen velden nog wegen te bekennen. De gastvrouw had inmiddels wel het eten klaar, dus dat hebben we eerst genuttigd. We kregen kip/varken met groente, rijst en...patat. Ik moet eerlijk zeggen, ze had heerlijk gekookt. Rond half acht kwam eindelijk dan ook de auto aan. Ze hadden ook dat modder pad gehad en moesten de auto zo af en toe uitgraven (foto's waren er als bewijs). Het was dus geen wonder dat ze er nog niet waren. Volgende keer kan de auto beter over het asfalt gaan. Uiteindelijk konden we ons dus gaan douchen, ontdoen van die zweetlucht. Tijdens het eten hebben we ook maar besloten dat hoever we ook nog moeten "we er altijd bijna zijn" en dat er een verschil bestaat tussen kilometers en Brecht eenheden... Maar weer vroeg naar bed en kijken hoeveel Brecht eenheden de weg ons morgen brengt....

Afstand: 143 km


Geen opmerkingen:

Een reactie posten